Meest gestelde vragen over valbeveiliging & dakveiligheid
Daksafe geeft antwoord.
Vanuit het huidige Bouwbesluit dient een ontwerper van een bouwwerk al rekening te houden met de gebruikers (onderhoud, reiniging reparatie e.d.) in de gebruiksfase. Steeds vaker wordt in nieuwe ontwerpen gedacht aan gevelreinigingsinstallaties en valbeveiligingssystemen. Echter het V&G dossier dat opgebouwd wordt tijdens de bouw van een object laat toe dat de kosten voor het veilig uitvoeren van de werkzaamheden worden verlegd van de ontwerp- en bouwfase naar de beheersfase.
I.p.v. het treffen van permanente voorzieningen, wordt dan gesteld (tijdens de bouw en in het ontwerp) dat de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door het nemen van tijdelijke maatregelen conform Arbobesluit 3.16 werken op hoogte. Dit houdt in dat werkzaamheden aan de gevel dienen te worden uitgevoerd bijvoorbeeld met behulp van een hoogwerker of werkzaamheden op het dak veilig dienen te worden uitgevoerd door het treffen van collectieve voorzieningen (hekwerk) op het dak. Dit houdt in dat per keer dat werkzaamheden worden uitgevoerd, de kosten voor het veilig werken worden doorberekend aan de gebouweigenaar.
Beter is het om in de bouw voorzieningen mee te nemen, waardoor de werkzaamheden bijvoorbeeld met behulp van persoonlijke beschermingsmiddelen of vanuit een hangbak kunnen worden uitgevoerd. Echter door middel van een Risico Inventarisatie en Evaluatie kunt u exact bepalen of er veiligheidsmiddelen op het dak moeten worden gebruikt en welke daar minimaal voor nodig zijn.
Valbeveiliging moet worden geproduceerd onder de norm EN 795:2012 en de aanvullende eis CEN/TC 16415. U moet zich ervan overtuigen dat dit zo is. De systemen mogen niet voorzien zijn van een CE, oftewel een certificaat, maar de meeste producenten hebben een verklaring van een Notified Body dat hun systemen getest zijn en voldoen.
Het systeem wordt geleverd met een:
- Technisch dossier;
- Deflectie berekening;
- Berekening van het systeem in combinatie met de ondergrond.
Waar u zelf op dient te letten is het volgende:
- Waterdichtheid.
- Koudebrug beperkingen door geïsoleerde bevestigingsmiddelen.
- Mag er door u dak geboord worden? Veel daken zijn voorzien van een dampremmer en hier wordt door heen geboord. Bij bv. Zwembaden en koelcellen kan dit tot ernstige condens problemen lijden!
- Let bij groendaken op de waterdichtheid van de grondplaten en op de corrosie gevoeligheid in de grondlaag. De ervaring leert dat humuslagen zeer corrosief kunnen werken.
De bijgeleverde Persoonlijke Beschermingsmiddelen dienen wel te zijn voorzien van een CE en een Nederlandse handleiding.
Wettelijk dient u alleen de middelen voorzien van een CE jaarlijks te keuren of zo nodig frequenter, dus:
- Alle Persoonlijke Beschermingsmiddelen. (PBM's)
- En ook ankerpunten EN 795 klasse B en E. Dit zijn mobiele ankerpunten.
Ook de meeste fabrikanten van valbeveiliging adviseren om jaarlijks hun kabelsystemen en ankerpunten te onderhouden en te keuren. In de Arbo Catalogus Platte daken wordt ook vermeld dat er alleen gebruik mag worden gemaakt van systemen die jaarlijks gekeurd zijn. Veel installateurs zullen dan ook van de gebouweigenaar eisen dat dit gebeurd is.
Een document wat enige houvast geeft is de “Beoordelingsrichtlijn verankering”. Uitgegeven door de NEN te Delft.
Laat een onafhankelijk veiligheidskundige een Risico Inventarisatie en Evaluatie maken van uw dak. Daksafe is als erkend lid van Instituut voor Dakveiligheid een betrouwbaar bedrijf die u hiermee van dienst kan zijn.
In het huidige Bouwbesluit wordt aangegeven dat bij nieuwbouw de architect moet kijken naar een manier om zijn gebouw veilig te kunnen onderhouden. Hij zou hiervoor een RI&E kunnen laten maken.
Bij bestaande bouw bent u dat niet verplicht, het is alleen een goede basis om uw dak, cq. gebouw veilig te maken voor degene die onderhoud op het dak moeten plegen.
Valbeveiliging geproduceerd na 1 maart 2016 moet worden geproduceerd onder de Norm EN 795:2012 en de aanvullende eis CEN/TC 16415.
Producten geproduceerd voor deze datum onder de oude norm EN 795:1996 zijn ook toegestaan.
De Norm EN 795 is geen wet. De nieuwe Norm is aangepast aan de inzichten en laatste standen der techniek en verdient hierdoor de voorkeur. De Overheid schrijft de norm EN 795:2012 ook voor in haar aanvragen.
Dat kan al een bord “verboden toegang” zijn. Alleen, wat gebeurt er op uw dak? Komt er echt nooit iemand? Vaak komen de dakdekker, schoorsteenveger, bliksembeveiliging monteur, airco- en installatiebedrijven toch wel 1x keer per jaar even kijken op het dak. Verstandig is daarom toch om een onafhankelijke veiligheidskundige een Risico Inventarisatie en Evaluatie te laten maken van uw dak. Zij kunnen dan exact bepalen wat voor uw gebouw minimaal aanwezig dient te zijn.
Nee. Alleen aan uw eigen werknemers. De werkgever is altijd zelf verantwoordelijk voor zijn of haar personeel! Dus monteurs, installateurs e.d. die op uw dak komen dienen niet alleen PBM’s bij zich te hebben, maar ook door hun werkgever geïnstrueerd te zijn om hier mee kunnen omgaan.
De werkgever is altijd zelf verantwoordelijk voor zijn of haar personeel! Hij of zij dient altijd te zorgen voor een veilige werkomgeving voor het personeel (Arbowet)
Laat een onafhankelijke veiligheidskundige een Risico Inventarisatie en Evaluatie maken van uw dak. Daksafe is als erkend lid van Instituut voor Dakveiligheid een betrouwbaar bedrijf die u hiermee van dienst kan zijn.
Ontdek meer
Direct contact
Innovatieve valbeveiliging en dakveiligheid voor elk type dak. Van ontwerp en productie tot montage en onderhoud. Daksafe laat niets aan het toeval over.